Het gebouw

door de jaren heen


Er gaat een rijke geschiedenis schuil achter de prachtige gevel van het gebouw waarin Hart gevestigd is. Op deze pagina vertellen we je alles over de oorspronkelijke invulling van het pand om je zo een inkijkje te geven in wie de gangen van wat nu Hart is, heeft bewandeld.

Het Doopsgezind Weeshuis

De meisjes slaapkamers in het weeshuis

In 1634 werd het Doopgezind Weeshuis gesticht. Hiervoor werd in het centrum van Haarlem, aan het Klein Heiligland, een weeshuis gebouwd, waarvan het eerste gedeelte reeds voor de oprichting in 1633 werd opgeleverd. In de jaren tachtig van de 17de eeuw raakte de Doopsgezinde Gemeente verdeeld wat tot gevolg had dat weeshuis moest verhuizen naar een huurhuis in de Ravelingsteeg. Omdat dit huis te klein bleek, verhuisde men opnieuw, ditmaal naar het Huis ter Kleeff in de Frankenstraat. In 1747 werd de scheiding binnen de gemeente opgeheven en keerden de wezen terug naar het Klein Heiligland.

In het weeshuis werden zowel jongens als meisjes wezen opgenomen. Zij werden in eerste instantie verzorgd door een inwonend echtpaar, de zogenaamde Binnenvader en -moeder. De groeiende eisen aan onder andere hygiëne maakte de de woonruimte steeds ongeschikter. Zo hadden de meisjes slechts één waskom in de slaapkamer en moesten de jongens zich in de keuken wassen. In november 1871 wordt genoteerd dat er steeds meer behoefte was aan een huis dat beter voldeed aan de nieuwere eisen voor de opvoeding van de wezen en daarom al enige tijd werd gezocht naar een geschikt terrein voor de bouw van een nieuw weeshuis.

Het voormalig weeshuis

Het ontwerp

Aan de Kleine Houtweg vindt men een geschikte locatie voor het realiseren van het weeshuis en in oktober 1871 wordt de overdracht van het terrein bij de notaris gepasseerd. Aan architect A. van der Linden werd de opdracht gegeven het ontwerp te maken. Dit werd gekenmerkt door een neoclassicistische voorgevel en een opvallende middenpartij, die verhoogd is en bekroond wordt door een klokkentoren.

De bouw

De firma Meyer en Dyserinck kreeg in april 1872 de opdracht voor de bouw van het nieuwe tehuis. Op 15 juni 1872 werd de eerste steen gelegd. Een perkament waarop de namen stonden van de Regenten, van de Vader en Moeder en van de Wezen van toen, werd in een loden koker achter de gedenksteen ingemetseld. De leidingen voor gas en duinwater werden later aangelegd. In de tweede week van juni 1874 werd het huis betrokken.

Het aantal wezen schommelde sterk, maar liep op de lange termijn terug. Daarom is het bijzonder dat men er toch voor koos een groot pand te bouwen. Op de begane grond waren tien vertrekken en boven twaalf. Het pand was voorzien van gas, er was een wasinrichting met marmeren bakken en koperen kranen en badkuipen, er waren kranen voor warm en koud water, er waren spreekbuizen door het hele gebouw en op zolder bevond zich een brandspuit.

Een niet uitgevoerde ontwerptekening voor uitbreiding van het pand van de eerste verdieping, een foto van de meisjeszaal in 1934 en de tekening bestaande toestand uit 1942, laten zien dat tegen de muur aan de kopse zijde wastafels stonden. Waarschijnlijk had ieder kind een eigen wastafel. Bij het pand behoorde een grote tuin voorzien van een tuinhuis, een moestuin en speeltoestellen. In het verlengde van het hek langs de voortuin was een aparte ingang met portiersloge. Kennelijk was het pand toch niet groot genoeg, getuige een ontwerp van de architect A. van der Linden om beide zijvleugels met een verdieping te verhogen tot hetzelfde niveau als de middenvleugels. Dit plan is echter noot uitgevoerd.

Rijksmobilisatie

Grote Markt Haarlem 1940

In 1939 werd het gebouw gevorderd door het rijk voor de mobilisatie. Aan de Baan 25 is het weeshuis gevestigd gebleven totdat het weeshuis in 1962 werd opgeheven.
Nadat het Nederlandse leger was gedemobiliseerd, werd Kleine Houtweg 18 ontruimd. Daarna deed het tijdelijk dienst als inzamelingspunt voor kleding voor behoeftigen en werden er mensen gevestigd die door een bomaanval dakloos waren geworden. De regenten van het weeshuis kregen meermaals het verzoek van de Rijksgebouwendienst om het pand aan hen te verkopen zodat de dienst hierin het Arbeidsbureau zou kunnen onderbrengen. Het Doopsgezinde Weeshuis is uiteindelijk tot verkoop overgegaan. De Duitsers vestigden in 1942 het arbeidsbureau aan de Kleine Houtweg 18. Deze functie zou het tot begin jaren tachtig van de 20ste eeuw behouden.

Rijksarchief

Open Monumentendag

Tussen 1982 en 1983 vond een grote verbouwing plaats om het gebouw gereed te maken voor de functie van Rijksarchief (hetgeen later o.a. onderdeel van het Noord-Hollands Archief werd), dat er sindsdien gevestigd is. Ten behoeve van deze nieuwe functie werd in de achtertuin nieuwbouw gerealiseerd. Hiervoor werden het oorspronkelijke tuinhuis, de tuinmuren en de aparte ingang met portiersloge gesloopt en werd voor de resterende tuin een nieuwe ontwerp gemaakt.

De intrek van Hart

Hart Haarlem

Sinds de intrek van Hart in 2014 vormt het Rijksmonument een centrum voor kunst, kennis en cultuur. De ruimtes van Hart bevinden zich in het hoofdgebouw aan de Kleine Houtweg 18 en de zijvleugel (bereikbaar via een corridor).

Open Monumentendag

Naast het volgen van curssussen of genieten van koffie of lunch in het Hart café biedt de jaarlijkse Open Monumentendag een mooie kans om het gebouw eens van binnen te bekijken. Nieuwsgierig? Je bent van harte welkom!

Deel dit